Het universum, de aarde en de oceanen zijn inspirerend en geven stof tot nadenken. Wat zijn de meest fascinerende wonderen van de natuur? Samen met kunstenaars, wetenschappers, schrijvers en denkers gaat OMG op ontdekkingstocht. Welke natuurverschijnselen fascineren hen? Wat kunnen we hiervan leren? Wetenschapsjournalist Govert Schilling vertelt over zijn fascinatie over het universum. ‘Alles houdt een keer op, behalve het universum.’
‘Weinig ervaringen zijn zo indrukwekkend als een nacht onder de sterrenhemel,’ vindt wetenschapper en journalist Govert Schilling. Als wetenschapper is hij nog steeds geïnspireerd door het universum. Een wereldwonder van formaat. ‘Die serene kosmos, met zijn talloze planeten, nevels en sterrenstelsels. De aarde als een kleine kruimel in een uithoek van de Melkweg, de mens verloren in de oneindigheid van het heelal.
Oneindige kosmos, wat als er een rand is …
‘Oneindigheid is iets wonderlijks. Alles wat we kennen is begrensd. Alles houdt een keer op, behalve het universum. Dat heeft geen rand en kent geen einde. Tenminste, dat is wat kosmologen ons vertellen. Dat er geen grootste getal bestaat (je kunt er altijd nog één bij optellen) kunnen we nog wel aan. Maar de oneindigheid van het heelal is moeilijker voor te stellen. Niet dat we beter overweg zouden kunnen met een eindige kosmos. Want als er wél een rand is, wat ligt daar dan achter? En als het heelal ooit ophoudt te bestaan, wat gebeurt er daarna dan?’
‘Oneindigheid is iets wonderlijks. Alles wat we kennen is begrensd’
In het universum zit de vonk van het leven
‘Het oneindige heelal van de moderne kosmologie roept even bizarre vragen op. Als het heelal onbegrensd is, waarin dijt het dan uit? En hoe komt oneindigheid voort uit het niets? De wetenschap is er niet uit. Sommige onderzoekers speculeren zelfs over een oneindig aantal oneindige heelallen.’
Het grootste wonder is misschien nog wel dat ergens in die uitgestrekte kosmos ooit de vonk van het leven is overgesprongen. Dat er op minstens één van die miljarden planeten een levensvorm is ontstaan die ’s nachts omhoog kijkt en zich verbaast over zijn nietige plaats in het onbegrensde universum.’
Tekst: Juliëtte Eichholtz